woensdag, juni 06, 2007

Beslan

Jans Column,2004
Er waren een aantal dorpen en in die dorpen woonden mensen, mensen zoals u en ik. Die mensen vormden gezinnen en er waren kinderen. Zij hielden van hun vrouw en de kinderen waren hun trots. In een van die gezinnen, een echtpaar met vijf kinderen, twee jongens en drie meisjes, maakte de vrouw haar man midden in de nacht wakker. Voor hem was het tijd om op te staan en op reis te gaan. Hij nam afscheid van zijn vrouw, omhelsde haar nog een keer, liep langs de bedden van zijn kinderen knuffelde hen en gaf de oudste zoon opdracht gedurende zijn afwezigheid voor moeder , broertje en zusjes te zorgen. In vele huisjes in de dorpen rondom dit gezin vond het zelfde ritueel plaats.
Op die dag, beter gezegd vroege ochtend vertrokken uit de dorpjes een aantal busjes met arbeiders die aangenomen waren om een speciaal werk te gaan verrichten. Het was nog donker toen zij vertrokken op een afgesproken punt ontmoetten zij elkaar en gingen gezamenlijk naar de plaats van het karwei. Daar aangekomen betraden zij het gebouw van hun opdracht, alle gereedschappen werden uitgeladen en het werk kon een aanvang nemen. Maar eerst moest er nog gewacht worden, gewacht op wat?
Deze liefhebbende vaders zaten al wachtend te denken aan hun kinderen en vrouwen in het achterland. Eindelijk begon het te dagen, de posities werden ingenomen en het werk kon beginnen er moest alleen nog even gewacht worden op het materiaal dat om klokslag negen zou arriveren.

In een klein plaatsje waren de schoolvakanties ten einde gekomen en de kinderen gingen die dag al of niet vergezeld van hun ouders naar hun school, voor velen de eerste schooldag in hun jonge leven. Zoals de gewoonte daar is met boeketjes bloemen en paasbest gekleed. Lachend en pratend, naderden zij hun school en een ieder ging naar binnen ook de ouders. Leerkrachten waren al aanwezig.
Plotseling brak de hel los, de arbeiders uit het begin van ons verhaal, de liefhebbende vaders, stormden de school binnen. Allen werden bijeen gedreven als vee, wie te langzaam was werd neergeschoten, wie protesteerde onderging het zelfde lot.
En dan plots, op de eerste schooldag, blijken grote mensen boze ogen te hebben en slechte bedoelingen. Dan uiten die mensen dreigementen, leggen ze bommen en schieten ze zelfs meedogenloos op onschuld die vanaf die dag niet meer kon zijn.

Je voelt; Woede, Onmacht, Weerzin. Maar in de kiem van je protest ook iets positiefs: een heilige verontwaardiging: Dit had nooit mogen gebeuren! Dit is een grens voorbij! Vernieuwde overtuiging groeit om anders mens te zijn, niet vanuit de grenzeloze haat, maar vanuit de grenzeloze liefde.
De afloop van dit verhaal kent u allemaal, de wereld heeft altijd verdwaasden voortgebracht, maar het wordt steeds heftiger. Na 11 September 2001 dachten we op het toppunt van wreedheid te zijn gekomen, maar niets is minder waar. Zelfs de kinderen zijn nu niet meer veilig.

Wanneer komen we tot bezinning?
Wanneer zijn de mensen er wel aan toe?
Wanneer heeft de wereld genoeg van het regentschap van haat en destructie?
Was dit misschien het keerpunt, de te verre brug?
Laten we onze destructieve krachten voorgoed achter ons laten,
onze verloren kinderlijke onschuld herwinnen
en van de liefde een innerlijke drive maken die niet tegen te houden is.
Kan Beslan misschien een sprong betekenen in het collectieve bewustzijn van de wereld
die eindelijk kiest voor vrede en rechtvaardigheid?
Laten we alvast beginnen met kinderen te omhelzen en hen te beschermen tegen onheil zolang ze het nodig hebben .
Jandewit

Geen opmerkingen: